1 De lindebomen op de Eikendonk

De Eikendonk

Rondom ’s-Hertogenbosch lagen oudtijds een tiental donken. De grootste was de halverwege tussen ’s-Hertogenbosch  en Den Dungen gelegen Eikendonk (10 ha.). Vanaf het ontstaan van de stad in de 12e eeuw was er een innige band met de bewoners van Den Dungen. Vanaf het moment dat ’s-Hertogenbosch vanuit Leuven stadsrechten ontving behoorde Den Dungen tot het Vrijdom van de stad. De inwoners van Den Dungen waren daarom poorters van de stad en hadden gelijke rechten. In de wintermaanden  en het voorjaar stonden de ommelanden van ’s-Hertogenbosch met grote regelmaat onder water. Het Bossche broek fungeerde immers op een natuurlijke manier als het uitstroomgebied van de beken Aa en Dommel. De Eikendonk werd een  vluchtheuvel en aanlegplaats voor het veer tussen stad en dorp. In het begin van de 20e eeuw komt er een einde aan de wateroverlast. De overlaten in de Maasdijk werden gesloten en het Bossche Broek als een polder ingericht. De veerdiensten tussen stad en dorp raken overbodig. 

Bewoners en bebouwing op de Eikendonk

Op welhaast alle donken, rondom ’s-Hertogenbosch zijn vondsten uit de prehistorie gedaan. Zowel ook uit de steentijd, de Keltische periode als de Romeinse tijd. De middeleeuwse bebouwing dateert uit de 14e eeuw, bestaande uit een viertal boerderijtjes . Deze werden door kartuizermonnik Ludolph van de Water, een Bossche kanunnik, gekocht. Op zijn initiatief bouwden monniken in 1467 een klooster op de Eikendonk, genaamd  Vallis Sanctae Barbarae ofwel Barbaradael. Lang hielden de kartuizers het niet vol op de Eikendonk. In 1472 vertrokken ze naar het Vughtse Zionsburg. Als bewoners van de Eikendonk werden ze opgevolgd door de kloosterorde van de zusters tertiarissen. 

In de opmaat naar het beleg van 1629 braken roerige tijden aan. De kloosterlingen op de Eikendonk kwamen tussen twee vuren. Spaanse en Staatse troepen trokken om de stad en plunderden het platteland. Omdat de Eikendonk net buiten het schootsveld van de stad lag was deze donk uitstekend geschikt als uitvalsbasis voor de belegeraars van de stad.  Rond 1580 vertrokken de zusters noodgedwongen naar veiliger gebied en streken neer in de Bossche  Windmolenbergstraat. De resten van het klooster werden in 1650 gesloopt. In 1705 bouwde men er een herberg/boerderij die in het midden van de  19e eeuw weer van de landkaart verdween. 

 10-9 2021 PV